Heb je nog vragen, suggesties, of vind je niet wat je zoekt, stuur ons een bericht via
Contacteer onsDe algemene taak van het Assisterend academisch personeel (AAP) is de leden van het ZAP bijstaan bij de uitvoering van hun opdracht. Het AAP bestaat uit assistenten, praktijk-assistenten en doctor-assistenten. Als assistent heb je het recht om minstens de helft van jouw tijd aan wetenschappelijk onderzoek te wijden. Als praktijk assistent verzorg je vooral praktijk gebonden onderwijs en als doctor-assistent doe je vooral wetenschappelijk onderzoek.
Basisfinanciering is een systeem waarbij een deel van de beschikbare onderzoeksmiddelen van de universiteiten automatisch aan de onderzoeker wordt toegewezen, zonder dat er een specifieke projectaanvraag ingediend hoeft te worden. Dit systeem wordt op de verschillende universiteiten anders ingevuld en verschilt van de competitieve onderzoeksfinanciering die gebruikmaakt van een peer-reviewproces om projectaanvragen te evalueren. Merk op dat het begrip “basisfinanciering” niet verward mag worden met werkingsuitkeringen van de universiteiten.
BOF staat voor Bijzonder Onderzoeksfonds en wordt gefinancierd door de Vlaamse overheid. BOF-financiering is bedoeld om universiteiten te ondersteunen. BOF-financiering kan worden gebruikt voor verschillende soorten onderzoek, waaronder fundamenteel onderzoek, strategisch onderzoek en interdisciplinair onderzoek. Het kan worden gebruikt voor het financieren van postdoctorale onderzoekers, onderzoeksprojecten en doctoraatsbeurzen. Per universiteit wordt BOF-financiering verdeeld op verschillende manieren, bijvoorbeeld op basis van competitieve oproepen en evaluaties of als basisfinanciering.
Onderzoekers kunnen projectaanvragen indienen bij Vlaamse of Europese financieringskanalen of universitaire Bijzondere Onderzoeksfondsen (BOF) om zo basis, toegepast of innovatief onderzoek uit te voeren. Competitieve financieringsbronnen maken gebruik van een peer review-proces, waarbij projecten op basis van hun kwaliteit financiële steun kunnen ontvangen. Bekende kanalen voor competitieve onderzoeksfinanciering zijn o.a. FWO, VLAIO, Horizon Europe, ERA-NET, Interreg.
Onderwijsstatistieken voor Hoger Onderwijs in Vlaanderen bieden gedetailleerde informatie over verschillende aspecten van het hoger onderwijs in de regio. Deze statistieken worden doorgaans verzameld en gepubliceerd door instellingen zoals het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse overheid. Belangrijke onderdelen van deze statistieken omvatten studentenaantallen, studentenprofiel, onderwijzend Personeel, studieprogramma’s en financiering. Deze statistieken worden vaak gepubliceerd in jaarlijkse rapporten en zijn beschikbaar via verschillende platforms zoals de website van het Departement Onderwijs en Vorming, en het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Ze bieden waardevolle inzichten voor beleidsmakers, onderzoekers, onderwijsinstellingen en het brede publiek om trends en ontwikkelingen in het hoger onderwijs te analyseren en te begrijpen.
Met de interactieve toepassing “Dataloep” kunt u eenvoudig gegevens over het onderwijs in Vlaanderen opzoeken. Door gebruik te maken van criteria en filters zoals woonplaats, opleiding en geboortejaar, kunt u de gewenste cijfers voor verschillende academiejaren vinden.
Een docent is meestal een beginnende onafhankelijke onderzoeker met een doctoraat. Docenten geven meestal onderwijs, begeleiden (doctoraats)studenten, en zijn betrokken bij onderzoek en publicaties. Een docent kan later benoemd worden tot (achtereenvolgens) hoofddocent, hoogleraar en gewoon hoogleraar. Als zelfstandig academisch personeel (ZAP) staan docenten niet onder supervisie van hoofddocenten of (gewoon) hoogleraren.
Het interuniversitair Expertisecentrum Onderzoek en Ontwikkelingsmonitoring (ECOOM) brengt het Vlaamse onderwijs-, onderzoek-, en innovatielandschap in kaart.
Flanders Make is het strategisch onderzoekscentrum voor de maakindustrie en telt verschillende vestigingen over heel Vlaanderen van waaruit ze open innovatie via hoogkwalitatief onderzoek stimuleren. Daarnaast werkt Flanders Make ook samen met bedrijven rond innovatie op maat en bieden ze test- en validatie infrastructuur aan voor het testen en valideren van producten en productie. Het doel is bij te dragen aan de technologische ontwikkeling van de voertuigen, machines en fabrieken van de toekomst.
De Vlaamse Overheid biedt financiering voor onderzoek via het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek. Het FWO financiert fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, maar ook strategisch onderzoek met economisch of maatschappelijk belang. Ze steunen verder ook de aanschaf van zware en middelzware onderzoeksinfrastructuur, het beheer van grote rekencapaciteit in Vlaanderen, en internationale samenwerking en mobiliteit.
FRIS staat voor Flanders Research Information Space. FRIS is een online onderzoeksportaal, waarin je alle informatie over al het publiek gefinancierde onderzoek in Vlaanderen kan terugvinden. Je vindt er dus meer informatie over onderzoekers, hun projecten, publicaties en specifieke expertise. Zo helpt het om snel je weg te vinden naar de juiste experten. De 5 Vlaamse Universiteiten en ook andere Vlaamse wetenschappelijke instellingen leveren de data over hun onderzoekers rechtstreeks aan FRIS aan, waardoor onderzoeksgegevens automatisch up-to-date blijven.
Het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO) stimuleert en ondersteunt door financiële steun het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, het strategisch basisonderzoek, het klinisch-wetenschappelijk onderzoek, de aanschaf van zware en middelzware onderzoeksinfrastructuur en het beheer van grote rekencapaciteit in Vlaanderen. Met de financiële middelen die het FWO in hoofdzaak ter beschikking krijgt van de Vlaamse Regering, subsidieert het mandaten en onderzoeksprojecten, infrastructuur, reisbeurzen en internationale wetenschappelijke samenwerking.
In de interactieve grafiek tonen we het aantal wel/niet gefinancierde aanvragen voor volgende financieringstypes:
In tegenstelling tot geslacht (wat bepaald wordt door biologische kenmerken zoals chromosomen, hormonen en geslachtskenmerken), wordt gender bepaald vanuit de persoonlijke beleving van het individu. Zo kan iemand zich identificeren als man, vrouw, genderneutraal, non-binair, transgender, etc.
Een gewoon hoogleraar is een benaming die in Vlaanderen verwijst naar de hoogste van vier dienstgraden van zelfstandig academisch personeel (ZAP).
In Vlaanderen bestaat het hoger onderwijs uit achttien publiek gefinancierde instellingen: naast de vijf universiteiten (KU Leuven, UGent, UAntwerpen, VUB, en UHasselt) tellen we ook dertien hogescholen, die zich richten op toegepaste wetenschappen en kunsten. Daarnaast kent Vlaanderen ook vier strategische onderzoekscentra (Imec, VIB, VITO en Flanders Make) die nauw samenwerken met de vijf universiteiten.
Deze website biedt voornamelijk data aan met betrekking tot de vijf universiteiten, die fungeren als onderzoeksinstelling en academische diploma’s aanbieden.
Een hoofddocent heeft vaak meer ervaring en verantwoordelijkheden dan een docent. Hoofddocenten kunnen bijvoorbeeld vaker een onderzoeksgroep leiden of deel uitmaken van internationale samenwerkingen.
Een hoogleraar heeft nog meer senioriteit dan een hoofddocent en wordt vaak gezien als een leidende autoriteit in het betreffende vakgebied. Ze hebben meestal een uitgebreide staat van dienst in onderzoek en publicaties. Hoogleraren zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van onderzoek in het hun toegewezen wetenschapsgebied en voor de inhoud van het te geven onderwijs op dat gebied.
Imec is één van de vier strategische onderzoekscentra en doet onderzoek naar micro- en nano-electronica.
Het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) is een intern bestemmingsfonds van een associatie (een universiteit en één of meerdere hogescholen) waarvan de middelen worden aangewend voor strategisch basisonderzoek en toegepast wetenschappelijk onderzoek met een economische of gemengd economisch-maatschappelijke finaliteit (zie W&I decreet artikel 57 tot 59 en het IOF- en interfaceactiviteitenbesluit)
De doelstellingen van een IOF zijn, op korte tot middellange termijn, de wisselwerking tussen de associatie en het bedrijfsleven stimuleren en een portefeuille van toepassingsgerichte kennis bij de associatie opbouwen. Op middellange tot lange termijn moet een IOF resulteren in de betere afstemming van het strategisch basisonderzoek en toegepast wetenschappelijk onderzoek op de economische behoeften en de toepassing en valorisatie van de opgebouwde portefeuille van kennis in het bedrijfsleven.
De IOF passen zo in het ruimere geheel van inspanningen om de wisselwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs en economische actoren te versterken.
De subsidie IOF behoort tot het valorisatiebeleid van de Vlaamse overheid dat door de afdeling Onderzoek van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) wordt opgevolgd.
De Europese Unie biedt verschillende financieringsprogramma’s voor onderzoek, waaronder Horizon Europe (o.a. ERC-programma’s), Erasmus+, Marie Sklodowska-Curie Actions, Innovative Europe en Global Challenges.
IWT stond voor Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie. Het werd opgericht ter ondersteuning voor innovatieprojecten in Vlaanderen en had daarvoor beschikking over verschillende financieringsinstrumenten waarmee het elk jaar financiële steun kon verlenen aan zowel bedrijven als onderzoeksinstellingen en innovatie-actoren. Daarnaast stond het ook in voor dienstverlening aan Vlaamse bedrijven op vlak van technologietransfer, partner search, etc.
Op heden bestaat het IWT echter niet meer. Het financieringskanaal werd overgenomen binnen de FWO-SB en FWO-SBO (strategisch basisonderzoek) kanalen. Dit kanaal financiert uitdagend en vernieuwend onderzoek dat (indien succesvol) op langere termijn kan leiden tot innovatieve economische of maatschappelijke toepassingen (onder de vorm van producten, diensten, en processen).
De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) is een kwaliteitszorgorganisatie die op deskundige en onafhankelijke wijze de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen borgt en die de kwaliteitscultuur binnen de hogeronderwijsinstellingen in Nederland en Vlaanderen bevordert. Zij accrediteert bestaande en nieuwe opleidingen en beoordeelt de kwaliteitszorg van instellingen in het hoger onderwijs.
Onderzoeksdisciplines omvatten de groepering van onderzoek op basis van beroepsgroep, vakgebied of specialisatie. Tot voor kort waren er in Vlaanderen 3 verschillende classificatielijsten voor onderzoeksdisciplines in gebruik, nl. de FWO-, FRIS- en VLIR-disciplines. In opdracht van de Vlaamse overheid werd de Vlaamse Onderzoeksdiscipline Standaard (VODS), een classificatielijst voor onderzoeksdisciplines.
De Codex Hoger Onderwijs bevat een algemene omschrijving van wat een opdracht binnen het academisch personeel (AP) aan een universiteit ten minste inhoudt. Voor meer informatie, zie deze link naar Onderwijs Vlaanderen.
In deze website gebruiken we volgende onderverdeling voor personeelscategorie:
In onze grafieken gebaseerd op de VLIR personeelsstatistieken, maken we als personeelscategorie een onderscheid tussen pre-docs, post-docs, professoren, administratief en technisch personeel, en ander academisch personeel. Onder ander academisch personeel vallen alle medewerkers die niet in bovenstaande 5 categorieën horen, alsook de praktijkassistenten (AAP). De (doctor) – assistenten behoren immers ook al tot de (post-doc) pre-doc groep.
In onze grafieken gebaseerd op de FWO data, maken we als personeelscategorie enkel een onderscheid tussen pre-docs, post-docs, professoren, het academisch personeel dat dergelijke FWO aanvragen kan indienen.
Een post-doc of post-doctorale onderzoeker is een junior onderzoeker die reeds een doctoraat heeft behaald, en op basis van een tijdelijk contract zelfstandig wetenschappelijk onderzoek verricht aan een universiteit of onderzoeksinstituut.
In België is dit geen beschermde titel, maar verwijst het naar zowel tijdelijk als vast academisch personeel met een leidende rol in onderwijs of onderzoek. In Nederland daarentegen is het een titel die alleen is voorbehouden aan een hoogleraar. Voor meer informatie over de verschillen tussen de verschillende titels van professoren, zie docent, hoofddocent, hoogleraar en gewoon hoogleraar.
Strategische onderzoekscentra (SOC’s) zijn ontstaan dankzij de excellente én relevante resultaten van het academisch wetenschappelijk onderzoek op de brede wetenschapsdomeinen van micro- en nano-elektronica, biotechnologie en breedbandtechnologie.
Met het oog op economische en maatschappelijke valorisatie streven we voortdurend naar een gepaste verhouding tussen het gerichte en het niet-gerichte onderzoek. In dat opzicht vervullen de strategische onderzoekscentra de dag van vandaag een noodzakelijke brugfunctie tussen het fundamenteel en het toegepast onderzoek.
De SOC’s spelen dan ook een belangrijke rol in de transformatie van de Vlaamse economie. Het vermarkten van hun kennis via de (mede) oprichting van spin-offs vormt hiervan een belangrijk onderdeel.
Er zijn vier Vlaamse Strategische Onderzoekscentra:
Het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) is een ondernemend non-profit onderzoeksinstituut, met een duidelijke focus op baanbrekend strategisch basisonderzoek in de levenswetenschappen en opereert in nauwe samenwerking met de vijf universiteiten in Vlaanderen
De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) is een Vlaamse onafhankelijke onderzoeksorganisatie op het gebied van cleantech en duurzame ontwikkeling. Het doel van VITO is de transitie naar een duurzame wereld te versnellen.
VLIR staat voor de Vlaamse Interuniversitaire Raad, die werd opgericht in 1976 als een instelling van openbaar nut. Het is een autonoom overlegorgaan, gefinancierd door de Vlaamse universiteiten. De VLIR heeft als doel de dialoog en samenwerking tussen de Vlaamse Universiteiten te bevorderen.
VLAIO (Agentschap Innoveren & Ondernemen) is hét aanspreekpunt van de Vlaamse overheid voor alle ondernemers in Vlaanderen. VLAIO stimuleert en ondersteunt innovatie en ondernemerschap en draagt bij aan een gunstig ondernemersklimaat.
VLAIO financiert onderzoek en ontwikkeling met een economisch meerwaarde, en biedt verschillende subsidies, leningen en andere financieringsmogelijkheden voor onderzoekers.
In Vlaanderen bestaat het hoger onderwijs uit achttien publiek gefinancierde instellingen: naast de vijf universiteiten (KU Leuven, UGent, UAntwerpen, VUB, en UHasselt) tellen we ook dertien hogescholen, die zich richten op toegepaste wetenschappen en kunsten. Daarnaast kent Vlaanderen ook vier strategische onderzoekscentra (Imec, VIB, VITO en Flanders Make) die nauw samenwerken met de vijf universiteiten.
Deze website biedt voornamelijk data aan met betrekking tot de vijf universiteiten, die fungeren als onderzoeksinstelling en academische diploma’s aanbieden.
VODS staat voor Vlaamse Onderzoeksdiscipline Standaard. De VODS is ontstaan vanuit een integratie van 3 reeds bestaande classificatielijsten voor onderzoeksdisciplines, namelijk die van FWO, FRIS en VLIR. De VODS is geënt op de Europese Fields of Research and Development (FORD) lijst van OECD, en werd daarnaast uitgebreid door ECOOM-Hasselt met aanvullingen uit internationale classificatielijsten. De VODS bestaat uit 4 hiërarchische niveaus met een toenemende graad van granulariteit. Dit leidt tot een lijst van respectievelijk 7, 42, 382 en 2493 disciplines (in 2023). Naast deze lijst, voorziet de VODS ook 3 interdisciplinaire topics. Op heden wordt de VODS door FWO, FRIS en VLIR gebruikt. Voor meer info verwijzen we naar de website van ECOOM.
VTE staat voor Voltijds Equivalent en wordt gebruikt als een maatstaf om de omvang van een baan of de totale bezetting van een organisatie aan te duiden. Het is een manier om de omvang van een baan of een aantal banen te vergelijken met het aantal uren in een voltijdsbaan.
Een voltijds equivalent (VTE) komt overeen met het aantal uren dat wordt gewerkt in een voltijdsbaan in dezelfde sector of branche. Bijvoorbeeld, als een organisatie 10 personen in dienst heeft die elk 0,5 VTE werken, dan is de totale bezetting van de organisatie 5 VTE (10 personen x 0,5 VTE per persoon).
Het omrekenen van deeltijdse aanstellingen naar een VTE geeft op die manier een goed zicht op de totale (academische) personeelsbezetting van een universiteit.
Daarbij dient wel opgemerkt te worden dat een versnippering van banen vaak veel informatie behelst omtrent hoe met loopbaanbeleid wordt omgegaan en dat een dergelijke versnippering vaak leidt tot precarisering of andere ongewenste sociale gevolgen. Rekenen met VTE verbergt daarom ook een belangrijk deel informatie.
In de interactieve grafieken gebaseerd op de VLIR personeelsstatistieken kan men kiezen om “VTE” of “Koppen” weer te geven, wat toelaat om het verschil te tonen tussen aantal onderzoekers (Koppen) en het voltijds equivalent (VTE).
Het zelfstandig academisch personeel (ZAP) bestaat uit de volgende graden: docent, hoofddocent, hoogleraar, gewoon hoogleraar.
Voor de interactieve grafieken van VLIR kun je meer parameters wijzigen dan wat uitgelegd is in Hoe gebruik ik een interactieve grafiek?. De twee belangrijkste selecties zijn:
1. “Groeperen op” waarbij je kunt kiezen uit verschillende opties, bijvoorbeeld financiering, geslacht, nationaliteit of persoonscategorie.
2. “Klik voor details over” waar je meer informatie kunt krijgen over de selectie die je hebt gemaakt met “groeperen op”. Als je bijvoorbeeld “universiteit” hebt geselecteerd met “groeperen op”, kun je informatie toevoegen over bijvoorbeeld “financiering” (het is mogelijk om dezelfde selectie te maken als bij “groeperen op”, maar dat is niet interessant). Met “detailweergave als” kun je die details krijgen door opsplitsing de lijnen of als relative verdeling weer te geven. De details worden verkregen door op de lijnen te klikken.
Bovendien kun je voor elk type informatie (financiering, gender, personeelscategorie, universiteit) bepalen welke specifieke elementen je wilt laten zien. Bijvoorbeeld, voor “discipline” kun je alle disciplines behouden of een selectie maken. In de afbeelding hierboven hebben we humane wetenschappen geselecteerd.
De interactieve grafieken van FWO zijn vergelijkbaar met die van VLIR (link). Het belangrijkste verschil is dat ze het aantal aanvragen (of het bijhorende bedrag) per tijdsperiode van onderzoekspersoneel aan de verschillende Vlaamse universiteiten in de tijd tonen. Je kun meer parameters wijzigen dan wat uitgelegd is in Hoe gebruik ik een interactieve grafiek?. Net als voor VLIR – Hoe gebruik ik een interactieve grafiek? zijn de belangrijkste categorieën:
1. “Groeperen op” waarbij je kunt kiezen uit verschillende opties, bijvoorbeeld financiering, geslacht, nationaliteit of persoonscategorie.
2. “Klik voor details over” waar je meer informatie kunt krijgen over de selectie die je hebt gemaakt met “groeperen op”. Als je bijvoorbeeld geslacht hebt geselecteerd met “groeperen op”, kun je informatie toevoegen over bijvoorbeeld “nationaliteit” (het is mogelijk om dezelfde selectie te maken als bij “groeperen op”, maar dat is niet interessant). Met “detailweergave als” kun je die details krijgen door opsplitsing de lijnen of als relative verdeling weer te geven. De details worden verkregen door op de lijnen te klikken.
Bovendien kun je voor elk type informatie (discipline, financiering, geslacht, nationaliteit, personeelscategorie, universiteit) bepalen welke specifieke elementen je wilt laten zien. Bijvoorbeeld, voor “discipline” kun je alle disciplines behouden of een selectie maken. In de afbeelding hierboven hebben we humane wetenschappen geselecteerd.
Door rechts te klikken op een witte regio binnen de grafiek krijg je de optie om de weergegeven data te exporteren als json bestand, of de figuur te exporteren als png of svg bestand.
Terwijl geslacht bepaald wordt door biologische kenmerken (zoals chromosomen, hormonen en geslachtskenmerken), wordt gender gedefinieerd vanuit de persoonlijke beleving van het individu. Zo kan iemand zich identificeren als man, vrouw, genderneutraal, non-binair, transgender, … . De definitie van gender is met andere woorden genuanceerder en gediversifieerder. Als Jonge Academie erkennen we het bestaan van meer dan twee genders en het belang om deze zichtbaar te maken, ook in statistieken. Momenteel kunnen we dit nog niet in de praktijk brengen in deze tool, omwille van beperkingen in onze brondata. In de huidige grafieken tonen we dan ook enkel (M) en (V), omdat andere opties (X) lang niet geregistreerd werden in de brondata.
Onze grafieken zijn gebaseerd op de cijfers en categorieën die ons aangeleverd werden. De brondata uit de VLIR personeelsstatistieken bevat enkel informatie voor twee genders, mannen en vrouwen. Bij de brondata aangeleverd door het FWO is er ook grotendeels slechts informatie voor twee genders, mannen en vrouwen. Anderzijds zijn er bij FWO in meer recente jaren wel meerdere genders gepresenteerd in de cijfers, maar zijn de aantallen in deze categorieën dermate klein dat we ze vaak niet tonen op de grafieken. We tonen echter enkel data indien deze een voldoende groot aantal personen (of VTE) overschrijden, dit ter bescherming van de privacy.
Hoewel wij werken binnen de beperkingen van de originele data, erkennen we deze beperking, en verwijzen we graag naar onze m/v/x campagne om meer informatie aan te reiken omtrent gender in het Vlaamse academische landschap.
In het Vlaamse academische landschap zijn er verschillende financieringskanalen beschikbaar voor onderzoek.
De titels “docent”, “hoofddocent”, “hoogleraar” en “gewoon hoogleraar”worden gebruikt in de academische wereld om verschillende rangen van academische posities aan te duiden. Het verschil tussen deze posities ligt voornamelijk in hun niveau van ervaring, expertise en verantwoordelijkheden.
Een docent is meestal een beginnende academische medewerker met een doctoraat. Docenten geven meestal onderwijs, begeleiden (doctoraats)studenten, en zijn betrokken bij onderzoek en publicaties. Een docent kan later benoemd worden tot (achtereenvolgens) hoofddocent, hoogleraar en gewoon hoogleraar. Als zelfstandig academisch personeel (ZAP) staan docenten niet onder supervisie van hoofddocenten of (gewoon) hoogleraren.
Een hoofddocent heeft vaak meer ervaring en verantwoordelijkheden dan een docent. Hoofddocenten kunnen bijvoorbeeld vaker een onderzoeksgroep leiden of deel uitmaken van internationale samenwerkingen.
Een hoogleraar heeft nog meer senioriteit en wordt vaak gezien als een leidende autoriteit in het betreffend vakgebied. Ze hebben meestal een uitgebreide staat van dienst in onderzoek en publicaties. Hoogleraren zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van onderzoek in het hun toegewezen wetenschapsgebied en voor de inhoud van het te geven onderwijs op dat gebied
Een gewoon hoogleraar is een benaming die in Vlaanderen verwijst naar de hoogste van vier dienstgraden van zelfstandig academisch personeel (ZAP).
In Nederland wordt deze terminologie anders gebruikt.
We concentreren ons voornamelijk op de universiteiten, waar onderzoek wordt verricht en academische diploma’s worden aangeboden.
De informatie op de website is van algemene aard. De informatie is niet aangepast aan persoonlijke of specifieke omstandigheden, en kan dus niet als een persoonlijk, professioneel of juridisch advies aan de gebruiker worden beschouwd.
De Jonge Academie (JA) levert grote inspanningen opdat de ter beschikking gestelde informatie volledig, juist, nauwkeurig en bijgewerkt zou zijn. Ondanks deze inspanningen kunnen onjuistheden zich voordoen in de ter beschikking gestelde informatie. Indien de verstrekte informatie onjuistheden zou bevatten of indien bepaalde informatie op of via de site niet beschikbaar zou zijn, zal de JA de grootst mogelijke inspanning leveren om dit zo snel mogelijk recht te zetten.
JA kan evenwel niet aansprakelijk worden gesteld voor rechtstreekse of onrechtstreekse schade die ontstaat uit het gebruik van de informatie op deze site.
Indien je onjuistheden zou vaststellen in de informatie die via de site ter beschikking wordt gesteld, kan je de beheerder van de site contacteren.
De inhoud van de site (links inbegrepen) kan te allen tijde zonder aankondiging of kennisgeving aangepast, gewijzigd of aangevuld worden. JA geeft geen garanties voor de goede werking van de website en kan op geen enkele wijze aansprakelijk gehouden worden voor een slechte werking of tijdelijke (on)beschikbaarheid van de website of voor enige vorm van schade, rechtstreekse of onrechtstreekse, die zou voortvloeien uit de toegang tot of het gebruik van de website.
JA kan in geen geval tegenover wie dan ook, op directe of indirecte, bijzondere of andere wijze aansprakelijk worden gesteld voor schade te wijten aan het gebruik van deze site of van een andere, inzonderheid als gevolg van links of hyperlinks, met inbegrip, zonder beperking, van alle verliezen, werkonderbrekingen, beschadiging van programma’s of andere gegevens op het computersysteem, van apparatuur, programmatuur of andere van de gebruiker.
De website kan hyperlinks bevatten naar websites of pagina’s van derden, of daar onrechtstreeks naar verwijzen. Het plaatsen van links naar deze websites of pagina’s impliceert op geen enkele wijze een impliciete goedkeuring van de inhoud ervan. JA verklaart uitdrukkelijk dat zij geen zeggenschap heeft over de inhoud of over andere kenmerken van deze websites en kan in geen geval aansprakelijk gehouden worden voor de inhoud of de kenmerken ervan of voor enige andere vorm van schade door het gebruik ervan.
VLIR levert grote inspanningen opdat de ter beschikking gestelde informatie volledig, juist, nauwkeurig en bijgewerkt zou zijn. Ondanks deze inspanningen kunnen onjuistheden zich voordoen in de ter beschikking gestelde informatie. Indien de verstrekte informatie onjuistheden zou bevatten of indien bepaalde informatie op of via de site niet beschikbaar zou zijn, zal VLIR de grootst mogelijke inspanning leveren om dit zo snel mogelijk recht te zetten.
VLIR kan evenwel niet aansprakelijk worden gesteld voor rechtstreekse of onrechtstreekse schade die ontstaat uit het gebruik van de informatie op deze site.
Indien je onjuistheden zou vaststellen in de informatie die via de site ter beschikking wordt gesteld, kan je de beheerder van de site contacteren.
Voor meer informatie hoe de VLIR persoonsgegevens verwerkt, zie de volgende meer gedetailleerde privacyverklaring: link.
Het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO) hecht veel belang aan de bescherming van de persoonsgegevens en de eerbiediging van privacy. Voor vragen over het wanneer, waarom of de manier waarop we persoonsgegevens verwerkt worden, kan je contact opnemen met de functionaris voor gegevensbescherming van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek door te mailen naar dpo@fwo.be.
FWO kan evenwel niet aansprakelijk worden gesteld voor rechtstreekse of onrechtstreekse schade die ontstaat uit het gebruik van de informatie op deze site.
Indien je onjuistheden zou vaststellen in de informatie die via de site ter beschikking wordt gesteld, kan je de beheerder van de site contacteren.
Voor meer informatie hoe de FWO persoonsgegevens verwerkt, zie de volgende meer gedetailleerde privacyverklaring: link.
Enkel personeelsleden met een bezoldiging (wedde of beurs) op de datum van telling worden in de databank en de statistieken opgenomen. Tot de groep van personeel, bezoldigd ten laste van de werkingsuitkeringen, behoren het zelfstandig en assisterend academisch personeel (ZAP en AAP) en het administratief en technisch personeel (ATP). Tot de groep van personeel, bezoldigd ten laste van andere bronnen dan de werkingsuitkeringen, behoren het wetenschappelijk personeel (WP) en het administratief en technisch personeel (ATP). Tot deze groep behoren eveneens:
Het onderwijzend personeel is in aparte personeelscategorieën zichtbaar:
De weergegeven categorieën Docent / Hoofddocent / Hoogleraar / Gewoon Hoogleraar bevatten zowel ZAP als OP3 personeel. Bij de docenten zijn ook de tenure track docenten inbegrepen.
We geven ook “Ander academisch personeel” weer, wat bestaat uit ander ZAP en AAP, OP1-praktijkassistenten, en OP2 werkleiders. In de VLIR personeelsstatistieken gaat dit over graadcodes 10F, 10G, 10H, 20B en 20D, 20G, 20H,20I.
Voor meer gedetailleerde informatie over de personeelsleden die opgenomen worden in de VLIR databank verwijzen we naar hun website.
De nationaliteit is de nationaliteit zoals die door het personeelslid is doorgegeven aan de instellingen en universiteiten. Op basis van deze data wordt voor elke nationaliteit bepaald hoeveel VTE van het academisch en wetenschappelijk personeel in heel Vlaanderen deze nationaliteit heeft. Om privacy-redenen zijn in de grafieken per instelling de nationaliteiten samengenomen per werelddeel (met uitzondering van de onderzoekers met Belgische nationaliteit). De indeling in werelddelen volgt in belangrijke mate de (geografische) indeling van de landen van de Verenigde Naties, maar “overzeese gebieden” worden ingedeeld bij het werelddeel van het moederland. In de grafieken kan men dus volgende nationaliteiten terugvinden:
De financieringskanalen aanwezig in de VLIR databank zijn terug te vinden op hun website: https://vlir.be/publicaties/personeelsstatistieken/ . Op Academic Compass zijn enkele categorieën gegroepeerd, waardoor we volgende zaken tonen in de interactieve grafieken:
Onderwijsstatistieken voor Hoger Onderwijs in Vlaanderen bieden gedetailleerde informatie over verschillende aspecten van het hoger onderwijs in de regio. Deze statistieken worden doorgaans verzameld en gepubliceerd door instellingen zoals het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse overheid. Belangrijke onderdelen van deze statistieken omvatten studentenaantallen, studentenprofiel, onderwijzend Personeel, studieprogramma’s en financiering. Deze statistieken worden vaak gepubliceerd in jaarlijkse rapporten en zijn beschikbaar via verschillende platforms zoals de website van het Departement Onderwijs en Vorming, en het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Ze bieden waardevolle inzichten voor beleidsmakers, onderzoekers, onderwijsinstellingen en het brede publiek om trends en ontwikkelingen in het hoger onderwijs te analyseren en te begrijpen.
Met de interactieve toepassing “Dataloep” kunt u eenvoudig gegevens over het onderwijs in Vlaanderen opzoeken. Door gebruik te maken van criteria en filters zoals woonplaats, opleiding en geboortejaar, kunt u de gewenste cijfers voor verschillende academiejaren vinden.
Op Academic Compass tonen we een deel van deze informatie, met de nadruk op het aantal studenten (uitgezonderd doctoraatsstudenten) dat is ingeschreven aan de vijf Vlaamse universiteiten. Hiervoor verwijderen we de Doctoraatsopleiding als Type opleiding in Dataloep, maar behouden we de andere opleidingen zoals Bachelor, Master, Master na master, lerarenopleiding, etc. Verder hebben we de data van hogescholen verwijderd omdat we ons hier beperken tot de vijf Vlaamse universiteiten.
De Hogeschool-Universiteit Brussel (HUBrussel or HUB) organiseerde sinds 2013 universiteitsdiploma’s met KU Leuven. In 2014 is de HUB samengevoegd met de Katholieke Hogeschool Sint-Lieven en Odisee geworden. Omdat er enkel VLIR personeelsdata van HUB tot 2014 is, en het een relatief kleine groep onderzoekers omvat, hebben we voor visuele duidelijkheid geopteerd om deze niet te tonen.
De interactieve grafiek “FWO-Vlaanderen” toont de evolutie sinds 2010 van het aantal wel en niet gefinancierde aanvragen door het FWO, alsook het budget dat aan elke aanvraag gekoppeld is. We tonen dus twee relevante variabelen:
Voor de grafieken gebaseerd op de FWO data kan je de weergegeven data selecteren op financieringstype, universiteit, nationaliteit, gender en discipline.