Over de jaren heen heeft de studentenpopulatie aan universiteiten in Vlaanderen een consistente stijgende trend vertoond (Figuur 1). Sinds 2014 is het aantal studenten gemiddeld met 15 procent gegroeid, wat de toenemende toegankelijkheid en populariteit van het hoger onderwijs weerspiegelt. Evenzo is er een groei in het aantal doctoraatsstudenten en postdoctorale onderzoekers, met stijgingen van respectievelijk 18 procent en 29 procent. Deze toename is grotendeels gedreven door overheidsinitiatieven gericht op het versterken van de kenniseconomie [1]. Het aantal professoren is ook gestegen, hoewel in een bescheidener tempo van 10 procent.

Figuur 1: Relatieve verandering van het aantal studenten, PhD-studenten, postdocs en professoren (met gebruik van voltijds equivalenten voor PhD-studenten, postdocs en professoren) sinds 2014. Studentengegevens zijn afkomstig van Dataloep [2], terwijl de overige gegevens zijn afkomstig van de VLIR-personeelsstatistieken [3].

Met de instroom van studenten en onderzoekers is de vraag naar begeleiding natuurlijk toegenomen. Onze analyse toont echter aan dat de begeleidingslast voor professoren in de loop der tijd relatief stabiel is gebleven (Figuur 2A). Gemiddeld over alle disciplines is elke professor in Vlaanderen verantwoordelijk voor het toezicht op 42 studenten, 3 doctoraatsstudenten en 1 postdoctoraal onderzoeker. Deze begeleidende taak is aanzienlijk groter dan bij veel andere instellingen in andere landen. In Europa varieert het gemiddelde aantal studenten per docent in het hoger onderwijs sterk, van 9 in Noorwegen tot 21 in Tsjechië [4]. België bevindt zich bijna onderaan met een ratio van 20. Dit cijfer verschilt van de eerder genoemde 42 omdat de Europese studie zowel onderwijsassistenten als professoren omvat. In de Verenigde Staten vertoont de verhouding tussen studenten en docenten nog grotere variaties. Kleinere staatsuniversiteiten hebben ongeveer 40 studenten per docent, terwijl topinstellingen zoals Caltech en MIT verhoudingen hebben die zo laag zijn als 3 [5].


Figuur 2: Gemiddeld aantal begeleide studenten, PhD-studenten en postdocs per professor (in voltijdsequivalenten voor PhD-studenten, postdocs en professoren) sinds 2014. Gegevens over studenten zijn afkomstig van Dataloep [2], terwijl de andere gegevens afkomstig zijn van de VLIR-personeelsstatistieken [3].

Hoewel het toezicht houden op 40 studenten per professor een aanzienlijke taak is, biedt het groeiende aantal PhD studenten en postdoctorale onderzoekers kansen om de belasting te verdelen. Als deze onderzoekers bijdragen aan de begeleiding, daalt de belasting per professor tot ongeveer 10 (Figuur 2B). Evenzo kunnen postdocs een cruciale rol spelen in het co-begeleiden van PhD studenten. Interessant is dat deze verminderde, gedeelde lasten ook in de loop der tijd relatief constant zijn gebleven. Het is belangrijk te benadrukken dat deze cijfers gemiddelden vertegenwoordigen en geen rekening houden met de variaties tussen verschillende disciplines of de verschillen in de grootte van onderzoeksgroepen.
Ondanks de ogenschijnlijke stabiliteit in deze cijfers, rapporteren veel van onze collega’s zich overweldigd te voelen en geloven ze dat hun werklast in het afgelopen decennium aanzienlijk is toegenomen. Deze perceptie lijkt in tegenspraak met de gegevens en kan worden toegeschreven aan verschillende factoren: toegenomen administratieve taken, hogere verwachtingen voor begeleiding, druk voor professionele ontwikkeling, meer vergaderingen en online aanwezigheid, voortdurende subsidieaanvragen met lage slagingspercentages, en de verwachting om deel te nemen aan outreach-activiteiten [6,7].
Op basis van de bovenstaande cijfers kunnen we concluderen dat de extra (subjectieve) werkdruk van professoren in de loop der tijd niet zozeer te wijten is aan een toename van de tijd die wordt besteed aan het begeleiden van de grotere groep studenten en onderzoekers, maar misschien aan de andere (administratieve) taken die steeds vaker van professoren worden verwacht.

Sophie De Buyl
Jonge Academie 2020-2026
Vrije Universiteit Brussel
Lars De Laet
Jonge Academie 2019-2025
Vrije Universiteit Brussel
Lendert Gelens
Jonge Academie 2018-2024
KU Leuven

Referenties:
[1] KVAB standpunt: Doctoraatshouders geven het Vlaanderen van morgen vorm
[2] Dataloep: zie de Dataloep webpagina en Academic Compass.
[3] VLIR personeelsstatistieken, zie VLIR webpagina en Academic Compass.
[4] Zie Figure 04.04 hier, gebaseerd op het jaarlijkse Education at a Glance van de OESO (houd er rekening mee dat deze gegevens van 2011 zijn).
[5] Article US News, Jan 31 2023, 16 colleges with the lowest student-faculty ratios.
[6] Verbeylen et al., Taakbelasting en taakinvulling van het ZAP aan de Vrije Universiteit Brussel, Onderzoeksrapport 2016.
[7] Bentley, P.J., Kyvik, S. Academic work from a comparative perspective: a survey of faculty working time across 13 countries. High Educ 63, 529–547 (2012).